Wie is de mol? Aflevering 5 – 3 al weg, 7 over

In Wie is de mol? begint elke dag rustig keuvelend aan de ontbijttafel. Broodjes met jam, een portie ontbijtgranen, een uitzicht waar je een moord voor zou doen, alles is aanwezig om de dag goed mee te starten.

Fietstochtje
Het is maar goed dat de groep lekker is uitgerust, want er staat ze langs het strand een intensieve opdracht te wachten. Om beurten moeten ze met hun fiets door het zand ploegen, langs een serie enveloppen met de nummers 1 tot en met 12. Er moet eerst iemand zorgen dat ‘ie binnen 10 minuten bij Art is, die op dat moment aan de overkant van de baai een vraag zal voorlezen. De juiste antwoorden zitten in de enveloppen en die moeten dus via porto worden doorgegeven door de rest van de groep.

Als je heel goed kunt hockeyen, kun je per definitie ook heel hard fietsen. Taeke mag daarom vooruit crossen, en kan misschien her en der een envelop verdonkeremanen. Enveloppen 1 t/m 6 worden door de rest van de groep namelijk nooit meer gevonden, terwijl de enveloppen die wél gevonden worden toch redelijk in het zicht hangen.

opdr1_04

Maar er is meer dan het mysterie van de verloren enveloppen. Taeke is niet bijzonder communicatief, Cécile staat doodsangsten uit voor het fietsen in los zand, Marjolein verliest haar porto, meerdere mensen fietsen klakkeloos langs enveloppen, Taeke neemt niet eens de moeite een antwoord uit zijn duim te zuigen als de rest van de groep faalt het antwoord van de boom te trekken, Tim is elke vorm van etherdiscipline alweer geheel vergeten… En zo kan ik nog wel even doorgaan.

 

Boca del Tiburon
Dan wordt er een potje memory gespeeld: negen indianensymbolen die op blokjes hout aan boeien verzameld moeten worden. De groep gaat in drie teams met bootjes het water op en moeten de juiste symbolen verzamelen, maar uiteraard drijven er her en der ook verkeerde symbolen rond.

Uiteindelijk wordt echter het plaatje compleet gemaakt, en vindt de groep een schatkaart: boca del tiburon, wat zoveel blijkt te betekenen als haaienbek, en de stuurmannen zetten koers naar een prachtig eiland met een indrukwekkende rotspartij en de vorm van een rij tanden. Klaas waagt zich tussen de kaken en opent het cijferslot op de kist die daar te vinden is. Hij tovert 1000 euro tevoorschijn. Prima, maar het is op zijn minst wonderlijk te noemen dat iemand die door zo veel deelnemers wordt verdacht in zijn eentje onbespied zijn neus in die kist mag steken.

opdr2_18

 

Doorgeefspel
Op de brug naar nergens wordt er vervolgens een soort doorfluisterspel gespeeld. Er moeten een paar zinnen van de ene naar de andere kant worden doorgegeven, en vice versa, met genoeg room for error om een hoop moeite om te vormen tot een bijzonder lage opbrengst. Er gebeuren rare dingen, waaronder een zin die per ongeluk wordt geïntroduceerd als Cécile een vergeten woord wil invoegen.

Het resultaat: slechts één zin wordt juist overgebracht. Een teleurstellend resultaat voor al die presentatoren en acteurs die naar eigen zeggen zo fantastisch stukken tekst kunnen onthouden en reproduceren.

Test & Executie
Wat blijkt? Er zitten veel mensen op Tim, en ook Klaas heeft zich aardig verdacht gemaakt. Van Marjolein moeten we maar gissen op wie ze zit. Meestal niet zo’n goed voorteken (want natuurlijk wil de regie niet in beeld brengen op wie de afvaller zat), en inderdaad: ze krijgt een rood scherm voor haar kiezen.

Wie is de mol?
Vorige week werd ik niet veel wijzer van wat ik zag. Deze week wordt mijn aandacht weer op twee spelers gevestigd: Taeke en Klaas. De eerste voornamelijk omdat hij een ideale positie had om op de fiets een aantal enveloppen te verduisteren, de tweede omdat er zomaar nog een briefje van 1000 in de schatkist had kunnen liggen. Maar ook vlak ik Rop (“Ik ben het écht, écht, écht niet. Echt niet.”) niet uit.